Het nieuws sloeg in als een bom in de wielerwereld. Nauwelijks enkele dagen nadat Tadej Pogačar voor de vierde keer de Tour de France had gewonnen, verscheen hij onverwachts op een geïmproviseerde persconferentie in Monaco. Journalisten waren halsoverkop komen aanrennen, nog steeds in de roes van zijn historische prestatie, maar wat Tadej die middag zou aankondigen, had werkelijk niemand kunnen voorzien.

Toen hij de zaal binnenkwam, viel meteen op dat er iets anders was dan anders. Zijn gebruikelijke rustige glimlach was verdwenen, vervangen door een gespannen uitdrukking, alsof hij een gevecht voerde dat niemand anders kon zien. De renners van UAE Team Emirates – XRG zaten verspreid achter in de zaal, fluisterend, nerveus. Niemand wist iets. Of tenminste, niemand wilde toegeven dat hij iets wist.

Tadej liep naar de microfoon, slikte hoorbaar en keek het publiek aan. De flitsen van camera’s vulden de ruimte als minieme bliksemschichten.

“Bedankt dat jullie allemaal zo snel konden komen,” begon hij, zijn stem vreemd vlak. “Ik heb iets heel belangrijks te zeggen.”
Een stilte viel over de zaal. Zelfs de airconditioning leek te stoppen met blazen.
“Ik heb besloten,” vervolgde hij langzaam, “om UAE Team Emirates – XRG te verlaten.”
Een kakofonie van geluid barstte los: verbaasde kreten, omvallende pennen, journalisten die elkaar onderbraken. Iemand zei hardop: “Dit kan niet serieus zijn.” Maar Tadej hief zijn hand op, en de zaal viel opnieuw stil.
“Dit is geen beslissing van de ene dag op de andere,” zei hij. “Maar er zijn dingen gebeurd achter de schermen die ik niet langer kan negeren.” Hij keek even naar de plaats waar enkele stafleden stilletjes zaten. “Ik kan hier geen minuut langer blijven.”
De woorden hingen zwaar in de lucht, als rook die nergens heen kon.
De spanning steeg nog verder toen Tadej besloot door te gaan en details te onthullen — details waarvan niemand had gedacht dat een renner ze ooit openlijk zou delen.
“Tijdens de afgelopen twee seizoenen,” zei hij, “heb ik me steeds meer onder druk gezet gevoeld. Niet de druk van de koers, niet de druk van fans, maar interne druk. Druk om voortdurend méér te doen, méér te winnen, méér risico’s te nemen, ook wanneer mijn lichaam en geest duidelijk zeiden dat het genoeg was.”
Hij haalde diep adem, als iemand die eindelijk een last van zijn borst wilde halen.
“Er waren trainingsblokken waarvan ik wist dat ze niet gezond waren. Er waren momenten waarop ik begged om rust—en het antwoord was telkens hetzelfde: ‘Nee, je moet door. Wij weten wat het beste voor je is.’”
En toen kwam de zin die de wielerwereld volledig zou ontploffen.
“Maar het was niet meer mijn carrière… het was hun project.”
Een collectieve schok ging door de zaal. Naast de deur stond een communicatiemedewerker van het team met open mond, zichtbaar overweldigd door wat hij hoorde. Verschillende verslaggevers tikten als bezetenen op hun laptops, wetend dat dit moment de internationale sportmedia zou domineren.
Tadej keek neer naar zijn handen, draaide zijn waterflesje langzaam rond.
“Tijdens de Tour de France heb ik gevoeld dat iets moest veranderen. Ik won… maar vanbinnen voelde ik me leeg. Elke overwinning, hoe glorieus ook, voelde alsof hij niet meer aan mij toebehoorde.”
Hij keek op en zijn stem werd steviger.
“Ik wil vrij zijn om te kiezen hoe ik train, hoe ik herstel, hoe ik mijn carrière vormgeef. Ik wil de controle terug. En helaas kan dat niet langer bij UAE Team Emirates – XRG.”
De chaos was compleet. Journalisten begonnen door elkaar te roepen. Een verslaggever vroeg luid:
“Zijn er conflicten met de ploegleiding?”
Tadej antwoordde kort: “Ja.”
“Gaat het om veiligheidskwesties? Overbelasting?”
“Daar kan ik straks meer over zeggen,” zei hij voorzichtig. “Maar ik kan wel zeggen dat mijn gezondheid — fysiek én mentaal — op het spel stond.”
Een andere journalist riep: “Is er ruzie geweest tijdens de Tour? Is dit waarom je je vierde titel nauwelijks vierde?”
Tadej aarzelde. “Laat ik zeggen dat er spanning was. Zware spanning.”
In de hoek van de zaal zag men een teamdirecteur opstaan en boos naar buiten lopen. Enkele renners volgden hem, met gezicht vol ongeloof. De situatie was volledig uit de hand aan het lopen.
Maar Tadej was nog niet klaar.
“Ik wil duidelijk maken dat ik mijn ploeggenoten enorm respecteer. Zij hebben me gesteund, dag en nacht. Dit gaat niet over hen. Dit gaat over de manier waarop een team een atleet zou moeten behandelen — als mens, niet als machine.”